Hoe weten we hoe schoon de lucht is die we elke dag inademen? Binnen het Europese LIFE CityTRAQ-project zetten we luchtkwaliteitssensoren in om dat te meten. Dankzij een doordachte aanpak, grondige testen en samenwerking met lokale besturen, kunnen we het onzichtbare zichtbaar maken.
Stad Gent gaf het goede voorbeeld door als eerste te starten met meetexperimenten. Stad Brugge volgde. De keuze van de juiste sensoren was daarbij cruciaal. Tijdens het selectieproces van de sensoren, werd rekening gehouden met tal van factoren: onderhoudsgemak, robuustheid in stedelijke omgevingen, openheid van gegevens, eenvoudige installatie, flexibiliteit in kalibratie en gebruiksvriendelijke dashboards. Deze zorgvuldige voorbereiding legde de basis voor een succesvolle implementatie.
In het LIFE CityTRAQ-project maken we gebruik van elektrochemische en fijnstofsensoren om gaspolluenten (stikstofdioxide en ozon) te bemeten. Die sensoren wekken aan de hand van een chemische reactie binnenin de sensormodule stroom op. Die stroom staat in verhouding tot de concentratie van het te bemeten gas in de buitenlucht. De stroom wordt dan door het toestel verrekend tot een afschatting van de concentratie aan gas die haar bewerkstelligde. Dat wordt kalibratie genoemd.
Omdat dit proces beïnvloed wordt door factoren zoals temperatuur en luchtvochtigheid, is een regelmatige aanpassing, bijvoorbeeld bij seizoenwissels, essentieel om betrouwbare metingen te garanderen.
Voordat de sensoren effectief ingezet worden tijdens een meetcampagne, ondergaan ze een co-locatieproef. Tijdens die proef worden ze tijdelijk bij een officieel referentiemeetlocatie van de VMM geplaatst. Zo kunnen we de prestaties van de sensoren evalueren en eventuele afwijkingen corrigeren. Parameters zoals de ‘between sensor uncertainty’ (de mate waarin twee verschillende sensorsignalen verschillen) en de ‘R-kwadraatwaarde’ (het verschil in gedrag tussen sensor en referentiemonitor) geven inzicht in de betrouwbaarheid van de metingen.
Dankzij de sensoren van het LIFE CityTRAQ-project kunnen we luchtkwaliteit in de pilootsteden op een toegankelijke manier opvolgen. Door grondige testen en continue kalibratie zorgen we ervoor dat de metingen zo betrouwbaar mogelijk zijn.
Het succes van een meetcampagne is echter niet alleen te danken aan de technologie, maar ook aan de samenwerking met de lokale besturen. Tijdens de pilootprojecten werden scholen en burgers betrokken. Dat zorgt voor waardevolle feedback en voor een groter draagvlak en bewustwording rond luchtkwaliteit.
Lokale besturen die geïnteresseerd zijn om zelf luchtkwaliteitsprojecten op te zetten, kunnen volgende stappen overwegen:
Voorbereiding en planning: stel duidelijke doelen en bepaal welke luchtkwaliteitsaspecten gemeten moeten worden.
Sensorselectie: gebruik de geleerde lessen en vereisten om de juiste sensoren te kiezen.
Pilootproject: begin met een kleinschalig pilootproject om de gekozen sensoren te testen en te evalueren.
Implementatie: na succesvolle tests, schaal het project op en implementeer de sensoren in de gewenste gebieden.
Zo bouwen we samen aan een gezondere leefomgeving voor iedereen.
Disclaimer: dit zijn de vereisten en ervaringen binnen een Vlaamse context en de pilootprojecten gestart binnen het LIFE CityTRAQ-project.